De bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering biedt dekking tegen persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder.
De lat voor persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder ligt hoogt. Het voert in het kader van deze website te ver om hierover uit te wijden, maar in de kern genomen kan van persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder pas sprake kan zijn indien aan hem of haar een ernstig verwijt valt te maken. Dit geldt zowel voor interne bestuurdersaansprakelijkheid (jegens de vennootschap) als externe bestuurdersaansprakelijkheid (jegens derden zoals crediteuren).
De bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering biedt dus dekking voor ernstige fouten. Daaraan zit wel een grens: uitgesloten van dekking zijn doorgaans aanspraken voortvloeiend uit opzettelijk handelen van de bestuurder en/of bevoordeling en/of strafbaar handelen.
Let op: de verzekeraar mag doorgaans pas een beroep doen op de opzetuitsluiting wanneer de rechter (onherroepelijk) heeft vastgesteld dát sprake is van opzet. Dat betekent dat, ook wanneer in de aanspraak besloten ligt dat dat sprake kan zijn van opzet (bijvoorbeeld wanneer de bestuurder wordt verweten fraudeleus te hebben gehandeld), de verzekeraar toch gehouden is om de kosten van verweer te vergoeden. Wanneer de rechter uiteindelijk oordeelt dát inderdaad sprake is van fraude, komt de verzekeraar een beroep toe op de opzetuitsluiting en kan de verzekeraar de reeds uitgekeerde kosten van verweer terugvorderen.